maandag 8 oktober 2012

kikkertjes

Elk weekend nemen wij ons voor niet op de bank te gaan hangen om zo bij te komen van de inspannende week in het Franse leven, maar te genieten van de geweldige omgeving waar we ons bevinden. Niet altijd lukt dat, want er moeten nog dozen uitgepakt en schilderijen opgehangen.
Vorige week wandelden we door de tuinen van Versailles met een hinkend kind. Hij was vrijdag van een stoel gevallen. Halverwege de wandeling wilde hij toch wel graag een dokter naar zijn voet laten kijken. En zo eindigde de wandeling niet bij de fonteinen van het paleis, maar in het lokale ziekenhuis.

Maar dit weekend zouden we ons door niets laten weerhouden. De collega's van mijn man houden hem elke week op de hoogte van het grote evenement dat dat weekend plaats vindt in Parijs. Zo hadden we al het weekend van La Journée du Patrimoine gemist. Nuit Blanche vond dit weekend plaats. Een nacht waarin de meeste musea rond de Seine geopend blijven en er buiten veel tijdelijke en prachtig verlichte kunstwerken te zien zijn.
Dus na zonsondergang de hele familie in de RER geladen en uitgestapt bij Châtelet Les Halles. Les Halles is op dit moment een enorme bouwplaats met vier grote hijskranen erop. Opeens hesen deze kranen vanuit de bouwput een verzameling bouwmateriaal omhoog. Hekken, opgerolde buizen en her en der een mini-bulldozer. De armen van de hijskranen bewogen langzaam in het rond en door de mooie belichting leek het niet langer een onooglijke bouwplaats, maar een reuzenmobiel. Door het wagenpark dat aan de kranen hing, was dit voor het mannelijke gedeelte van de familie een ´toppertje´.

Helaas regende het, waardoor we niet echt veel zin meer hadden om verder te gaan. Dus ´hop´ een restaurant in. Ook dat bleek niet eenvoudig. Want om 20.15 uur lijken de restaurants wel leeg, maar dat zijn ze niet. Veel plaatsen zijn gereserveerd vanaf 21.00 uur of later. We hebben ons al aardig aangepast aan het Franse leven, maar na 21.00 uur krijgen onze kinderen van vermoeidheid geen hap meer door hun keel.

De kids wilden niet Italiaans, Japans of Chinees eten, maar Frans. Gelukkig viel er nog wat te regelen bij l´Escargot. Een klassiek Frans restaurant. De kids plozen de kaart uit en gingen voor de slakken in drie smaken, kikkerbilletjes en tartaar van zalm. Toen het eenmaal op tafel stond besprong de ene helft van de tweeling het stokbrood en doopte die in de saus die uit de slakkenhuisjes kroop. De dochter manoeuvreerde met de precisie van een chirurg een slakje uit zijn schuilplaats, voerde die aan haar vader en richtte zich daarna op de zalm. Maar de blonde helft van de tweeling had hele andere plannen en gooide zijn bord vol met kikkerpootjes en slakken en at zijn buikje rond.

Het hoofdgerecht van de kinderen was minder avontuurlijk, maar natuurlijk wel van hoge kwaliteit. Een stukje zalm of een tartaartje ´au point´ gebakken. Huisgemaakte, ik haat dat woord, frites zonder mayonaise. Om het dan ook maar echt Frans te laten, ook niet om het gele goedje gevraagd. De stokbroodeter had duidelijk tijdens het voorgerecht zitten broeden op al dat vreemde eten en sloot het diner af met de vraag wat doen ze eigenlijk met de rest van de kikker. Boeiende vraag want ik ken inderdaad geen paté van kikkerbuikjes of soep van kikkerarmpjes, laat staan gelei met kikkerhersenen en darmen. En nu we daar zo over zaten te filosoferen, ook wel raar. Regelmatig zie ik pootjes, hersenen en pens over de toonbank van de slager gaan. De Fransen weten nog steeds raad met delen van dieren die bij ons het abattoir niet uitkomen. Terug in de RER concludeerde mijn zoon dat ze waarschijnlijk in de frikadellen verdwenen. Wie zal het zeggen......

Geen opmerkingen:

Een reactie posten