Enfin, terug naar het
parkeerprobleem. Een briljante geest heeft onder het Chateau (waar Louis XIV
als kind ooit is toegeschreeuwd door het volk dat ze de kleine koning terug in
Parijs wilden) een ondergrondse parkeergarage aangelegd. De eerste keer dat ik
daar naar beneden werd gesleurd door de mevrouw die met ons op huizenjacht
ging, wist ik niet wat mij overkwam. Ze reed razend snel het grijze grauwe gat
in en cirkelde vervolgens vijf verdiepingen naar beneden. Ondertussen stonden
in dat toch al nauwe pad nog mannetjes in neon met drilboren gaten in het
wegdek te boren. Ik waande mij even in de steenkolenmijnen van Zuid-Limburg. De
parkeerplaatsen waren inimini en geflankeerd door betonnen palen. Voor de neus
van de auto was nog een klein vakje uit de muur gehouwen. Deze eerste indruk
werkte niet echt als promotie voor het parkeren alhier.
Je kunt je
voorstellen dat het even duurde voordat ik dacht: laat ik eens even naar de
stad gaan. Maar je hebt soms van die dagen dat je uitermate goed in je vel
steekt. Een van die momenten gebruikte ik om mijn parkeerfobie te overwinnen.
Ik draaide met onze grote bak de garage in. Liet mij in slakkentempo naar
beneden zakken en wist de auto zowaar strak tussen de betonpalen te parkeren.
Na een uurtje
shoppen, klom ik weer in de auto. Ik signaleerde twee frommeltjes papier onder
mijn achterruit. (Mijn man had dezelfde week ook al een papiertje onder zijn
ruit gevonden, omdat een dame tegen zijn auto was aangereden en voor de schade
wilde opdraaien.) Zodra de auto en ik ons weer heelhuids in de buitenlucht
bevonden, stopte ik even om de auto te controleren op butsen of krassen en de
briefjes te bekijken. Het onderste meldde een hele serie woorden die ik niet
kon thuisbrengen en de zin: ‘Je denkt zeker dat je alleen bent?’. De eerste
serie woorden waren onvindbaar in het woordenboek, ik vermoed dat dat niet
alleen kwam door de beroerde spelling maar vooral door de strekking die bij
navraag nogal ‘bargoens’ bleek. Het andere briefje verhaalde:‘10 uur 10. De
mededeling hieronder komt niet van mij. Afzender: Le Golf.’
Inmiddels is het
parkeren onder het Chateau geen belemmering meer voor mij om op pad te gaan.
Omdat ik niet ‘denk dat ik alleen ben’ ben ik heel behendig geworden in het
‘strak’ parkeren van de auto. En verlaat ik keurig via de achterbak mijn auto.