vrijdag 26 oktober 2012

Parkeren

Saint Germain en Laye, de grote stad in de buurt van mijn dorpje, heeft een parkeerprobleem. Fransen hebben wel een fiets, maar die gebruiken ze alleen in het weekend. Dit is dan wel een racefiets. En wanneer ze dat stalen ros bestijgen, doen ze dat alleen met lycra wielrenpakkie in neonkleuren voorzien van veel reclameteksten. Tot mijn verbazing laten ze zich niet weerhouden door het weer. Ik heb nog net geen winter meegemaakt tot nu toe, maar met hagel en stortregens zie je ze verbeten trappen op het asfalt. Ik sprak hierover mijn verbazing uit tegen manlief. Hij bleek totaal niet onder de indruk. Volgens hem is wielrennen hier het alternatief voor wat vissen in Nederland is. Als man kun je je dan even lekker asociaal een paar uur “in je grot” onttrekken aan het gezinsleven. Het vissen aan een plas en het fietsen over asfaltwegen is te gevaarlijk voor kinderen, dus moet papa dat echt alleen doen. Vanuit dat perspectief begrijp ik opeens heel goed waarom er hier zoveel wielrenners zijn en fietspaden die na 500 meter uitkomen op de snelweg.

Enfin, terug naar het parkeerprobleem. Een briljante geest heeft onder het Chateau (waar Louis XIV als kind ooit is toegeschreeuwd door het volk dat ze de kleine koning terug in Parijs wilden) een ondergrondse parkeergarage aangelegd. De eerste keer dat ik daar naar beneden werd gesleurd door de mevrouw die met ons op huizenjacht ging, wist ik niet wat mij overkwam. Ze reed razend snel het grijze grauwe gat in en cirkelde vervolgens vijf verdiepingen naar beneden. Ondertussen stonden in dat toch al nauwe pad nog mannetjes in neon met drilboren gaten in het wegdek te boren. Ik waande mij even in de steenkolenmijnen van Zuid-Limburg. De parkeerplaatsen waren inimini en geflankeerd door betonnen palen. Voor de neus van de auto was nog een klein vakje uit de muur gehouwen. Deze eerste indruk werkte niet echt als promotie voor het parkeren alhier.

Je kunt je voorstellen dat het even duurde voordat ik dacht: laat ik eens even naar de stad gaan. Maar je hebt soms van die dagen dat je uitermate goed in je vel steekt. Een van die momenten gebruikte ik om mijn parkeerfobie te overwinnen. Ik draaide met onze grote bak de garage in. Liet mij in slakkentempo naar beneden zakken en wist de auto zowaar strak tussen de betonpalen te parkeren.

Na een uurtje shoppen, klom ik weer in de auto. Ik signaleerde twee frommeltjes papier onder mijn achterruit. (Mijn man had dezelfde week ook al een papiertje onder zijn ruit gevonden, omdat een dame tegen zijn auto was aangereden en voor de schade wilde opdraaien.) Zodra de auto en ik ons weer heelhuids in de buitenlucht bevonden, stopte ik even om de auto te controleren op butsen of krassen en de briefjes te bekijken. Het onderste meldde een hele serie woorden die ik niet kon thuisbrengen en de zin: ‘Je denkt zeker dat je alleen bent?’. De eerste serie woorden waren onvindbaar in het woordenboek, ik vermoed dat dat niet alleen kwam door de beroerde spelling maar vooral door de strekking die bij navraag nogal ‘bargoens’ bleek. Het andere briefje verhaalde:‘10 uur 10. De mededeling hieronder komt niet van mij. Afzender: Le Golf.’

Inmiddels is het parkeren onder het Chateau geen belemmering meer voor mij om op pad te gaan. Omdat ik niet ‘denk dat ik alleen ben’ ben ik heel behendig geworden in het ‘strak’ parkeren van de auto. En verlaat ik keurig via de achterbak mijn auto.

 

Tartiflette


In de aanloop naar onze verhuizing naar Frankrijk heb ik natuurlijk heel braaf een poging ondernomen om alvast wat Frans te leren. Via de BBC kun je gratis een leuke instapcursus volgen. Wekelijks stuurt de BBC je dan een nieuwe les met filmpjes en oefeningen. Na deze cursus kun je je aardig redden tijdens een vakantie in Frankrijk. De lessen gaan over het verkeer, beroepen en natuurlijk ook over eten kopen en maken.
Tijdens een van de lessen volgen we, laten we zeggen, Pierre. Pierre koopt in de hypermarché. Dit in tegenstelling tot het echtpaar ‘Stéphanie et Alexandre’ en hun twee voorbeeldige Franse kinderen dat liever op de markt koopt. Het echtpaar, waarvan de vrouw natuurlijk erg dun is, koopt salade en naar ik inschat een onsje worst. Mijn vriend Pierre is recalcitrant, maakt tartiflette en koopt een boel wijn, want hij krijgt vrienden op bezoek. Hij neemt ons mee naar een enorme Auchan en slaat aardappelen, crème fraîche, spekjes en volvette kaas in. Bij het zien van zijn overvolle karretje met Franse heerlijkheden, besluit ik, zodra ik in Frankrijk woon, meteen achter die tartiflette aan te gaan.


Inmiddels heb ik het ideale recept bij elkaar gecompileerd. En inderdaad is het een ideaal recept om op een koude dag te serveren aan vrienden. Doe er dan, om Stéphanie te behagen, dan ook nog een kropje krullerige sla bij met een vinaigrette.

Hieronder een link over de herkomst van het gerecht. Mijn advies is dit voor jezelf te houden en het gerecht met veel flair te serveren!

Mocht je geen Reblochon kunnen vinden, neem dan een andere Franse kaas die zacht is en vooral ook stinkt. Een brie uit de fabriek is een beetje jammer en geeft het gerecht geen karakter.

Voor 6 personen

1 Reblochon kaas van ongeveer 500 gram
1 kilo vastkokende aardappelen
200 gram spekblokjes
1 groot bakje crème fraîche
3 eetlepels bieslook
1 glas droge witte wijn
2 uien
peper en zout
wat boter

Kook de aardappelen gehalveerd en in hun schil zo'n 20 minuten. Laat ze afkoelen en snij ze in plakken van een halve centimeter.
Verwarm de oven voor op 240 graden, stand 8.
Snij de uien in ringen en fruit ze glazig. Voeg de spekblokjes toe en bak het geheel nog 5 minuten.


Doe de witte wijn en de crème fraîche in een kom. Knip de bieslook er boven, strooi de peper er over en meng. Vet een ovenschaal in. Leg op de bodem een laag aardappelen. Doe daarop wat uien en spek.

Snij de korst van de onder- en bovenkant van de kaas en leg deze apart. Snij de rest van de kaas in blokjes en strooi een gedeelte hiervan op de aardappels in de ovenschaal. Schenk er een beetje van het mengsel van crème fraîche over. Leg er nog een laag aardappelen op en herhaal de procedure tot de aardappelen op zijn.



Leg op de bovenste laag de kaaskorsten met de buitenkant naar boven. Dit wordt straks een heerlijke croûte. Bak het geheel zo'n 25 minuten in de oven of totdat de korst er lekker knapperig uitziet.

 

woensdag 17 oktober 2012

Konijn


Na de slakken zijn we helemaal 'los' op de Franse keuken. Waar kun je beter zien wat de Fransen zoal eten, dan op een Franse markt. Heerlijk dat die her en der ook gewoon op zondag zijn. Op de zondagsmarkt van Versailles keken we onze ogen uit bij de kraampjes groente en fruit. Alles even mooi uitgestald in kleurrijke piramides. Na de aanschaf van vijf artisjokken ontdekten we een kraam met allerhande appels. Gelukkig, want de kinderen kunnen niet goed wennen aan de appelcollectie in de supermarkten hier. De Fransen houden naar wij nu aannemen vooral van zoet en zacht. Mijn kinderen geven de voorkeur aan stevig en zoetzuur. Tot nu toe heb ik qua appels nog steeds misgegrepen en liggen ze weg te kwijnen in de fruitschaal.

Ik heb er een paar weten te redden door ze in een taartje te verwerken, maar het bleef tot nu toe behelpen. Maar na deze ontdekking is de misère voorbij. Keuze genoeg en als we erge heimwee voelen kan ik zelfs een klassieke appeltaart bakken van goudrenetten uit Boskoop.



Maar natuurlijk kwamen we niet naar Frankrijk om Hollands te eten. Dus loodste ik de kinderen ook nog door het overdekte gedeelte van de markt. Konijnen aan het plafond, eenden met poten en kopjes eraan in de vitrines en veel varkenspootjes. Alles werd door de heren met grote interesse bestudeerd. Geboeid en zonder gruwen. Mijn wat flauwe aankoop van lokale worstjes werd door de blonde helft van de tweeling weggehoond. 'Die kennen we toch al? Neem dan in ieder geval deze!' wijzend op een enorme verse worst die om een houten standaard was geslingerd.



Met de worstjes in de tas liepen we verder. Bij het enorme konijn bleef mijn blonde zoon staan en verzuchtte: 'Als ik dan die worst niet mag hebben, mag ik dan in ieder geval dat konijn voor mijn verjaardag? En als het kan ook nog een eend.' Ik wilde net voor de zoveelste keer de bekende preek afsteken over het hebben van huisdieren en de enorme verplichtingen die dat met zich meebrengt, als mijn zoon mij interrumpeert. 'Nee, geen levende. Gewoon zulke, om te eten! Dan begraven we de botjes daarna in de tuin.'


 

Duct tape

Als vrouw van de wereld haal ik even mijn hand door mijn haar. Tot mijn verbazing hou ik opeens mijn brillepoot in mijn hand. O.k., o.k. lieve opticien uit mijn dorpje in Nederland, een bril heeft veren en geen poten. Ik ben het nog niet vergeten, maar wie kent dat vakjargon?

Ik draag al brillen sinds ik kan lezen, dus weet uit ervaring dat je in zo’n situatie gewoon even een opticien binnenloopt. Deze zet er een schroefje in, en klaar is Kees. Omdat dit soort dingen je overkomen, had ik geen tijd om even de juiste vocabulaire op te zoeken. Veer, schoefje en een wat brede keuze aan mogelijkheden om uit te leggen dat hij kapot is zou wel aardig zijn geweest. Eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat ik ter plekke het woord ‘bril’ vergeten was. Dat hadden we echt deze vakantie nog geoefend, maar waar het woord was gebleven, weet ik niet.

Na de gebruikelijke beleefdheden te hebben uitgewisseld met de opticien kon ik losbarsten. Ik wees op mijn montuur en losse veer en zei geheel ten overloede: ‘Il ne marche pas!’. De opticien bleek  wederom een aardige Fransman te zijn, van het soort waarvan we er al vele van hebben ontmoet. Hij bekeek de bril enigszins meewarig. Strooide wat vaktermen in het rond, mompelde wat tegen de bril en kwam met een aantal oplossingen. Helaas was er geen een die er voor zou zorgen dat ik met een hele bril het pand zou verlaten. Ik koos ervoor de veren te bestellen in Nederland. Hij zou dan alle onderdelen weer ´assembleren´ tot een nieuw exemplaar. Heel vakkundig plakte hij de veer met duct tape aan het montuur vast, complimenteerde mij heel serieus over mijn goede kennis van het Frans en hield de deur voor mij open. Deze man had echt een enorm gevoel voor humor!



 


Sindsdien loop ik rond met aan een kant een stuk duct tape aan mijn bril. Het doet mij heel erg denken aan die vakantie waar ik als puber mijn voortand verloor en de hele vakantie kauwgom at. Zo kon ik, wanneer ik toch echt mijn mond moest openen, even snel met mijn tong een voortand boetseren om de schijn van een perfect gebit op te houden.

Afin, de veren laten zeker twee weken op zich wachten. Mijn brillenvocabulaire is dankzij mijn Franse juf helemaal bijgespijkerd. Gisteren begaf ook mijn andere ´branche´ het. Beide zijden hangen nu met duct tape aan het montuur. Wat wel weer de boel in evenwicht brengt. Gelukkig schijnt de zon en kan ik ook in huis mijn ´lunettes de soleil´ dragen.

Overigens kan ik hier heel eenvoudig vergeten dat er iets aan de hand is met mijn bril. Geen Fransman zal er iets over zeggen of met een vragende blik je bril onderzoeken. Ik krijg het idee dat kleine Franse kinderen deze kunst genetisch krijgen overgedragen. Ook van hen geen enkele reactie.

Ik hoop op nog een paar zonnige dagen en een snelle postbezorging. Daarna vertek ik met mijn nieuwe veren en een boel mooie woorden naar mijn nieuwe opticien.

dinsdag 16 oktober 2012

Verrines




Een van de dingen die ik hier mis, is de maandagochtendconversatie met mijn collega's op het werk. Het vaste onderwerp is daar altijd ´wat heb je gekookt dit weekend´. Even 10 minuten kookideeën en recepten uitwisselen bij het eerste kopje koffie. Dit weekend heb ik ook weer erg mijn best gedaan, dus ik zou graag even met ze bijpraten. Helaas kan dat niet, dus doe ik het digitaal.

Dit weekend stond in het teken van de ‘verrines’. Ik had per mail een aankondiging ontvangen voor een kookworkshop in mijn Franse dorpje. Het eindresultaat zou bestaan uit vijf verrines rond het thema ‘herfst’. Mijn Franse juf kon mij uitleggen wat het woordenboek niet kon; een verrine is niets meer dan een klein glaasje. Ze liet een boekje zien met kleine culinaire kunstwerken in een glas.

Deze mode was mij tot nu toe totaal ontgaan, maar vanaf dat moment zag ik ze overal. Voor-, hoofd-, tussen- en nagerechten in elegante glaasjes. Ik had mij in de tussentijd laten verleiden tot het kopen van yoghurtjes in in glazen potjes. La Laitière, met Vermeers Melkmeisje erop.

 

Helaas was de cursus al volgeboekt. Toch vond mijn dochter dat ik de moed niet mocht opgeven en bombardeerde het weekend tot ‘Le weekend des verrines’. Een goed idee, want we verwachtten gasten en dan wil je graag met iets ‘Frans’ voor de dag komen.

Overigens bewandelde mijn gast bij het zien van de potjes meteen over memory lane. Zij kampeerde met haar ouders altijd lichtgewicht in Frankrijk. Of de tandenborstels werden afgezaagd om gewicht te besparen weet ik niet, maar wijnglazen gingen niet mee in de achterbak. Bij het eerste bezoek aan de supermarkt kochten ze deze yoghurtjes en konden vervolgens de rest van de vakantie wijn drinken en waxinelichtjes branden.

Over het onderstaande recept zou ik nu mijn collega’s uitgebreid hebben verteld.

Mousse au chocolat blanc et crème de marrons

Voor 7 a 8 personen

200 gram witte chocolade4 eieren20 cl slagroom150 gram crème de marrons Clement FaugierWat schaafsel van de witte chocolade ter versiering

Smelt de chocolade samen met het beetje slagroom au-bain-marie. Laat het een beetje afkoelen. Scheid ondertussen van de eieren de eierdooiers van het eiwit. Klop het eigeel romig en voeg de crème de marrons toe. Klop het eiwit stijf met wat zout. Voeg het eigeelmengsel toe aan de chocolade. Voeg daarna heel luchtigjes het eiwit toe. Schenk het mengel over in glaasjes en laat deze 2 uur opstijven in de ijskast.

Strooi voor het opdienen wat van de chocolade snippers op de mousse.

 
 
P.s. Zoals je kunt zien was ik de witte chocolade vergeten. Pure chocolade gaat dus ook prima, maar duwt de smaak van de kastagnes iets meer naar de achtergrond.
 

 

 

 

 

donderdag 11 oktober 2012

Leesmeisjes

 


Als je zoiets drastisch onderneemt als het verhuizen naar een ander land, word je wel eens geplaagd door slapeloze nachten. Ik ontkom daar ook niet aan. Vannacht had ik er weer zo eentje. Na eindeloos draaien, gaf ik de pijp aan Maarten en stond op. Ik leerde mijn Franse les nog een keer, maar bleef klaarwakker. Dan maar met een kop thee achter de TV. Zappen langs de nieuwszenders, maar daar was weinig nieuws. 
 
Mijn man zapte tijdens dit soort nachten altijd naar zijn favoriete programma: Die Schönste Bahnstrecken der Welt. Eigenlijk niets meer dan een camera gemonteerd op de voorkant van een trein. Aanzetten en rijden maar. Uren, dagen, maanden. Maar dan wel langs Machu Pichu, door Mongolië of gewoon door Duits gebied. Volgens ‘arm chair miniature railroad adepts’ is dit absoluut ‘top of the bill’.
 
 Zelf stuitte ik in Nederland tijdens het nachtelijke zappen meestal op wat smoezelige ‘buurmeisjes’ die graag met je willen bellen. Ook hier dacht ik dat vertrouwde beeld te zien; een wat goedkope zwarte bank met daarop een meisje dat prima door zou kunnen gaan voor ‘mijn nieuwe buurmeisje’. Alleen was zij wat minder uitdagend gekleed en zat keurig met haar benen over elkaar. Toen ik haar goed bestudeerde, vond ik haar ronduit saai. Een grijs t-shirt met lange mouw, zwarte broek , het haar in een vlecht en vooral weinig make-up. Erg veel verleidelijk lachen deed ze ook al niet. Nee, ze las uiterst serieus een boek voor. En zo te zien, deed ze dat al een paar uur. De wallen onder haar ogen deden mij vermoeden dat ze al een aantal nachten op die bank zat door te halen.
 
 
 
 
Ondertussen las ze onverstoord door uit een hoogtepunt van de klassieke Franse literatuur. De cameraman was vast al naar huis, want de camerahoek bleef hetzelfde. Om niemand voor het hoofd te stoten, had het meisje het boek met wit papier gekaft. Wanneer haar stem het een beetje begon te begeven, nam ze een slokje water uit het merkloze plastic flesje. Daar keek ik weer van op. In een land waar men zelfs bij Ikea om een glas vraagt voor water, krijgt mijn voorleesmeisje een armoedig flesje. Ik vermoed dat ze eenzelfde beroerde CAO heeft als onze Hollandse hijgmeisjes.
 
Na een halfuurtje ingespannen luisteren werd haar stem als een mantra voor mij. Ik dommelde een beetje weg tot klokslag 6.29 uur. De cameraman was weer present en zoomde abrupt in op mijn ‘lectrice’. Ze klapte haar boek dicht, zei dat ze vannacht verder zou lezen. Net zoals toen ik klein was en werd voorgelezen, was er geen speld tussen te krijgen: morgen verder en daarmee uit. Vermoeid stond ze op verlangend naar wat tijd voor haarzelf.

maandag 8 oktober 2012

kikkertjes

Elk weekend nemen wij ons voor niet op de bank te gaan hangen om zo bij te komen van de inspannende week in het Franse leven, maar te genieten van de geweldige omgeving waar we ons bevinden. Niet altijd lukt dat, want er moeten nog dozen uitgepakt en schilderijen opgehangen.
Vorige week wandelden we door de tuinen van Versailles met een hinkend kind. Hij was vrijdag van een stoel gevallen. Halverwege de wandeling wilde hij toch wel graag een dokter naar zijn voet laten kijken. En zo eindigde de wandeling niet bij de fonteinen van het paleis, maar in het lokale ziekenhuis.

Maar dit weekend zouden we ons door niets laten weerhouden. De collega's van mijn man houden hem elke week op de hoogte van het grote evenement dat dat weekend plaats vindt in Parijs. Zo hadden we al het weekend van La Journée du Patrimoine gemist. Nuit Blanche vond dit weekend plaats. Een nacht waarin de meeste musea rond de Seine geopend blijven en er buiten veel tijdelijke en prachtig verlichte kunstwerken te zien zijn.
Dus na zonsondergang de hele familie in de RER geladen en uitgestapt bij Châtelet Les Halles. Les Halles is op dit moment een enorme bouwplaats met vier grote hijskranen erop. Opeens hesen deze kranen vanuit de bouwput een verzameling bouwmateriaal omhoog. Hekken, opgerolde buizen en her en der een mini-bulldozer. De armen van de hijskranen bewogen langzaam in het rond en door de mooie belichting leek het niet langer een onooglijke bouwplaats, maar een reuzenmobiel. Door het wagenpark dat aan de kranen hing, was dit voor het mannelijke gedeelte van de familie een ´toppertje´.

Helaas regende het, waardoor we niet echt veel zin meer hadden om verder te gaan. Dus ´hop´ een restaurant in. Ook dat bleek niet eenvoudig. Want om 20.15 uur lijken de restaurants wel leeg, maar dat zijn ze niet. Veel plaatsen zijn gereserveerd vanaf 21.00 uur of later. We hebben ons al aardig aangepast aan het Franse leven, maar na 21.00 uur krijgen onze kinderen van vermoeidheid geen hap meer door hun keel.

De kids wilden niet Italiaans, Japans of Chinees eten, maar Frans. Gelukkig viel er nog wat te regelen bij l´Escargot. Een klassiek Frans restaurant. De kids plozen de kaart uit en gingen voor de slakken in drie smaken, kikkerbilletjes en tartaar van zalm. Toen het eenmaal op tafel stond besprong de ene helft van de tweeling het stokbrood en doopte die in de saus die uit de slakkenhuisjes kroop. De dochter manoeuvreerde met de precisie van een chirurg een slakje uit zijn schuilplaats, voerde die aan haar vader en richtte zich daarna op de zalm. Maar de blonde helft van de tweeling had hele andere plannen en gooide zijn bord vol met kikkerpootjes en slakken en at zijn buikje rond.

Het hoofdgerecht van de kinderen was minder avontuurlijk, maar natuurlijk wel van hoge kwaliteit. Een stukje zalm of een tartaartje ´au point´ gebakken. Huisgemaakte, ik haat dat woord, frites zonder mayonaise. Om het dan ook maar echt Frans te laten, ook niet om het gele goedje gevraagd. De stokbroodeter had duidelijk tijdens het voorgerecht zitten broeden op al dat vreemde eten en sloot het diner af met de vraag wat doen ze eigenlijk met de rest van de kikker. Boeiende vraag want ik ken inderdaad geen paté van kikkerbuikjes of soep van kikkerarmpjes, laat staan gelei met kikkerhersenen en darmen. En nu we daar zo over zaten te filosoferen, ook wel raar. Regelmatig zie ik pootjes, hersenen en pens over de toonbank van de slager gaan. De Fransen weten nog steeds raad met delen van dieren die bij ons het abattoir niet uitkomen. Terug in de RER concludeerde mijn zoon dat ze waarschijnlijk in de frikadellen verdwenen. Wie zal het zeggen......

Cahier de brouillon

Her en der krijg ik waarschuwingen over het Franse schoolsysteem. Over het algemeen  is de boodschap dat het zeer strikt is en vooral ook gecompliceerd. Het ligt niet in mijn aard om dat soort uitspraken voor zoete koek aan te nemen, dus neem ik alle waarschuwingen niet al te serieus. Ik negeer alle verzuchtingen vooraf over de papierwinkel die ons te wachten staat en alle individuele eisen per docent rondom de schoolspullen. We zijn lekker uitgerust tijdens onze vakantie en ook de verhuizing verliep soepel, dus school zal ook wel meevallen. Om vast een beginnetje te maken met ons Frans vertaalden we alle artikelen en schaften we hiervan zoveel mogelijk in Nederland aan.
De kids wisten mij te verleiden tot de aanschaf van vrolijk bedrukte schriften en multomappen. Misschien had er een lichtje moeten gaan branden vanwege het feit dat er voor de nieuwkomers ook een lijst met plaatjes van elk artikel apart op de website van de school te vinden was. Ik had de lijst wel gezien en het was mij inderdaad opgevallen dat schriften wat spartaans waren uitgevoerd, maar ik dacht dat dat was voor de duidelijkheid.
 
Fout, fout, fout.  Neem je je opleiding serieus, dan laat je je niet afleiden door vrolijke schriften van Blond. Je agenda is voor je huiswerk en plak je niet vol met plaatjes van je favoriete boyband. Probeer ook maar eens in Frankrijk een schoolagenda te vinden met meer dan drie plaatjes. Alle agenda’s bevatten wel pagina’s met wiskundige formules......
 
Ook al heb je je vergrepen aan een schrift met vrolijke print, dan blijkt dat zonde van je geld te zijn geweest. Veel leraren eisen een schriftbeschermer in de kleur die hij of zij klassikaal aangeeft. Zo moesten de jongens een schriftbeschermer hebben.  Ik schafte een transparante aan.  Helaas, hij moest geel zijn. Toen ik eindelijk de laatste gele hoesjes uit de Auchan had gevist (want zo voelt het) bleek ik die van de ‘plus grand cahier’ te hebben gekocht en het moest voor een ‘grand cahier’ zijn.  Tot voor kort was ik niet op de hoogte van het bestaan van deze formaten en kon ik de verschillen  ook niet met het blote oog waarnemen. Ik heb inmiddels zoveel oefening gehad, dat ik het juiste formaat blind uit het schap trek inclusief het vereiste aantal bladzijden, want ook dat verschilt.
 
Het aanschaffen van de schoolspullen is een uitstekende manier om het Frans machtig te worden. Want zelfs met de juiste naam, afmeting en dikte van het artikel en de plaatjeslijst op zak moet ik toch vaak scholieren of moeders aanschieten om het juiste te vinden. Het ‘cahier de brouillon’ was het meest ingewikkelde. Google vertaalde het als kladblok. De moeders in de Carrefour begonnen met elkaar een hevige discussie. De conclusie was dat het elk soort schrift mag zijn.  Maar waarschijnlijk zal iedere docent andere details dicteren over de afmeting (klein, groot of extra groot) en het aantal pagina’s. De dames vonden het na hun uitleg ook wel erg hilarisch: je hebt alle vrijheid dat ene juiste exemplaar te kiezen! Ok, het is dus een kwestie van gewoon ondergaan en blijven lachen!