donderdag 7 februari 2013

Een erg Frans dagje


Vandaag is een erg Frans dagje. Tijdens mijn pré-Franse-les-koffie belt een opgewonden man mij op mijn mobiel. Tot mijn eigen verbazing begrijp ik de essentie van de waterval aan woorden. Hij staat met een nieuwe koelkast voor mijn huis. Deze koelkast is al een verhaal op zich, maar dat misschien een andere keer. 'U moet hier zijn, want wij hebben een afspraak' commandeert hij mij. ‘U heeft het waarschijnlijk niet begrepen...’ Het lukt mij van zijn monoloog een conversatie te maken en bovenal ook nog mijn punt te maken. Ik goochel alle belangrijke schaakstukken te voorschijn:

1.     Zijn 'oui' beantwoord ik meteen met een 'non'. Deze 'non' moet heel laag klinken en rek um vooral lang uit. Vergeet er vooral niet 'beh' voor te zeggen 'bèh nôôôôôôôôôôôôôôh. Het ligt niet in de volksaard toe te geven fout te zijn. De Fransman prefereert 'eer' boven 'eerlijk'. Het heeft ook als voordeel dat je zelf ook nooit hoeft toe te geven fout te zijn. Verzin gewoon een beetje interessante reden.
2.     Ik meld dat ik het heb vastgelegd in mijn agenda. Alleen het geschreven woord telt. Zolang het niet op papier staat, bestaat het hier niet. Ok, het stond in mijn agenda genoteerd en die kon hij niet zien, maar het klonk toch goed om even het geschreven woord aan te halen.
3.     Ik voeg toe dat ik de afspraak met zijn baas heb gemaakt. 'Le responsable' is een magisch begrip. De leidinggevende bepaalt hier nog steeds alles. En als zijn baas niets doet, dan vraag je gewoon naar de baas van de baas. Maar meestal hoeft het zo ver niet te komen, want niemand wordt graag door zijn baas aangesproken.
4.     Ik eindig met te zeggen dat ik nu zeer ontevreden ben.
Ik herhaal deze ingrediënten een paar keer en meld dan dat ik verwacht dat hij het oplost. Hij pruttelt nog wat na en hangt op.

Een uurtje later belt zijn baas. Of ik vrijdagochtend thuis ben. Ik vraag nog even grappend: 'U bedoelt dat dagdeel dat volgt op de nacht?' Hij lacht besmuikt. Ik geloof dat we elkaar hebben begrepen. Wanneer ik terugkom in de klas, meldt mijn juf dat ik inmiddels aardig door heb hoe het hier werkt.

Zodra ik terug van de les een voet in huis zet, gaat de telefoon. Mijn lieve puberdochter belt. `Er doet hier het verhaal de ronde dat de schoolbussen niet rijden vanmiddag.´ Zo, weer een smetje op het waterdichte bussysteem! Voordat ik het kan checken op de site, loopt mijn telefoon al vol met boodschappen. 'Suite à l'agression d'un chauffeur les conducteurs exercent leur droit de retrait.' Ze maken gebruik van hun rechten en wel meteen. ‘Zeg maar een soort van staken dus ‘ zou mijn puberdochter zeggen. Hoe die honderden scholieren thuiskomen, moeten ze zelf maar bedenken. Ik voel het aan mijn water; Taxi Mama gaat weer rijden. Ik bel nog wat mensen om te vertellen dat ik hun kinderen wel een lift kan geven.

Het grappige is dat de Fransen zelf weinig woorden vuilmaken aan stakingen. In mijn Franse klas lijkt het woord 'grève' inmiddels wel een mantra. Donderdag is al weer de derde staking in drie weken tegen de onderwijstijdenhervorming. (Het voorstel is de vierdaagse schoolweek voor het basisonderwijs om te vormen naar een zesdaagse schoolweek). Waar ik en mijn klasgenoten nog tijd verdoen aan het uiten van onze verbazing, haalt mijn Franse juf haar schouders op en zegt alleen 'bienvenue en France'. `Mopperen' staat hier niet in het woordenboek.

Overigens is het opvallend dat in de correspondentie aan ons het woord ´staking´ zelf ontbreekt, maar er altijd een soort van cryptische omschrijving staat. Je moet eerst nog een rebus oplossen, voordat je actie kunt ondernemen. Maar de Fransen hebben waarschijnlijk inmiddels alle rebussen gehad en slaan meteen aan het organiseren. Het wekt een vreemde daadkracht op die je anders niet ziet.

Ik moet opeens denken aan die keer dat manlief aanwezig was bij een voorlichtingsavond over een schoolreis naar Kreta. Tijdens het vragenrondje stelden alle ouders simultaan de meest waanzinnige vragen. Hard, harder, hardst. Een van de vragen die hij uit de brij kon opmaken was: ´Wat als het vliegend personeel staakt?´ Mijn man had zich nog gekscherend afgevraagd of hij de vraag ' wat als de bom valt’had gemist. Na een halfjaartje Frankrijk kan ik mij de zorg wat beter voorstellen. Toch zouden ze ook hebben moeten ervaren dat er dan gewoon wat geregeld wordt.

Hetzelfde schuitje helpt


We hebben vorige week een vriend begraven. Een intens goede man. Een liefdevolle echtgenoot en een vader die met volle teugen genoot van zijn nog jonge kinderen. Hij was min of meer onze buurman. De donkere helft van de tweeling heeft zijn zoontje als zijn beste vriendje. Zeker ook daarom kwamen we veel bij elkaar over de vloer. Het was buitengewoon verdrietig.

Op de dag dat ik met een doosje macarons uit Parijs kwam om te zeggen dat we een huis hadden gevonden, vertelde hij mij zijn nieuws over zijn slechte vooruitzichten. Het doosje is ongeopend op een hoekje van de tafel blijven staan.

Ook al waren we op de hoogte van zijn naderende afscheid van het leven, zijn overlijden kwam toch nog onverwacht. Dat betekende voor ons veel organiseren. Hoe komen we er, waar slapen we. En hoe organiseren we een logeeradres voor onze dochter die hier blijft.

Tijdens de voorbereidingen op ons vertrek had ik opeens door wat voor een wereld ik ben binnengetreden. Alle mensen om ons heen zijn ook uit hun vaste netwerk van familie en vrienden gestapt. En in geval van nood grijp je daar natuurlijk als eerste op terug. Maar uit allerlei hoeken kwamen de mooiste handreikingen. Een sms'je van iemand uit het dorp om te helpen waar nodig. Alle dames uit mijn Franse klas vroegen of ze wat konden doen. Mijn dochter ging uiteindelijk logeren bij een Syrische familie in La Défense. Het bescheiden appartement biedt op dit moment al een onderkomen aan een gezin met twee kinderen en opa en oma, maar ze kon er makkelijk bij. Er werd wat heen en weer gesjouwd met matrassen, en ‘hup’ er was ook nog plaats voor haar. Bedolven onder zoveel gastvrijheid gedraagt elke puber zich voorbeeldig. Ze ontving van de oma volgens mij een staande ovatie toen ze naast de kipnuggets en frites (voor het geval ze niets lust) ook nog het authentieke Syrische eten met veel smaak opat. Goed gedaan dochter!

Overigens kwamen er nog veel meer aanbiedingen om haar te huisvesten. Ondanks de droevige aanleiding, is het fijn te weten dat je in dit land ook al je bakens hebt uitgezet en je niet alleen bent. Iedereen begrijpt in welk je schuitje je zit, waardoor iedereen elkaar graag helpt.

Ook in Nederland zijn er die dagen heel wat bedjes voor ons opgemaakt en zijn we overal liefdevol ontvangen.  Het was goed en fijn er bij te zijn geweest. We zijn blij dat op die manier ook onze zoon iets heeft kunnen doen voor zijn vriendje.

Het liefst zou hij nu zwijgend rug aan rug met zijn vriendje bouwen aan een nieuwe lego-wereld. Ook wij produceren in onze gedachten pannetjes soep voor het getroffen gezin. Het kan niet, we wonen te ver weg. We steken daarom maar een kaarsje op.

Ferrandi


Ik vermoed dat we dankzij de contacten van onze Franse juf een bezoekje mogen brengen aan Ferrandi. We worden ontvangen in een wat ongezellig lokaaltje waar we een nog veel ongezelliger witte wegwerpjas krijgen aangeboden. Als makke lammetjes trekken we het aan. Niemand is van plan zich hierdoor een kijkje in de keukens van een van de beste kookscholen van Frankrijk te laten ontzeggen. 



Zoek mijn Franse juf!


Het gebouw is enorm. Het heeft zeven verdiepingen en huist 3200 studenten. De lessen worden voornamelijk in het Frans gegeven, dus als je hier professioneel wilt leren koken, dan moet je het Frans wel beheersen.


Onze gids, een docent aan de school, steekt van wal met een opsomming van zijn cv. Ik kijk er niet meer van op. Men haalt hier graag zijn titels uit de kast bij een eerste kennismaking. En op de een of andere manier klinkt het hier normaal. Niks opschepperij. Men zet gewoon even een paar piketpaaltjes uit. Zo van: nu weet je wat ik heb bereikt, dus weet je wie ik ben. Ik ben onder de indruk dat deze man aan de fornuizen van sterrenrestaurants heeft staan zweten en nu de leerlingen begeleidt bij de vele concoursen die hier natuurlijk ook heel belangrijk zijn. 


Als moeder de gans leidt hij ons door de gangen. Ze zien er echt uit als in een school. Saaie witte muren, stenen vloeren en her en der kluisjes. De keuze voor kleuraccenten op de houten sponningen was jaren geleden en vogue. Maar achter elke deur die hij opent verschijnt een keuken. Allemaal verschillende keukens. De hotelkeuken, een keuken voor een klein restaurant, een patisserie-boutique en patisserie-restaurant. Aan de geuren herken je snel wat wat is. In de hotelkeuken ruikt het nog naar ontbijt. Ze zijn er bezig met het pocheren van eieren. In de restaurantkeuken braden ze al gevogelte voor de lunch. In de patisserie-restaurant ruiken we het aroma van geraspte sinaasappelschil. Via de bakkerij waar net brioches, croissants en galettes uit de oven komen, arriveren we in het atelier waar pubers zwoegen op marsepeinen figuren en het spuiten van sierletters in chocolade. Onze magen knorren. 



Ik weet niet waarom, maar we worden overal vriendelijk begroet en te woord gestaan. Er is een keuken die in tweeën is gedeeld door een tussenruimte met ramen die uitzicht biedt op beide keukens. In de tussen ruimte bespieden twee meesterkoks de leerlingen. Het blijkt dat links de eerstejaars het gevogelte braden en rechts de tweedejaars de mise en place voorbereiden zodat het geheel later op het bord kan worden geassembleerd. We lokken de heren uit tot een soort van Frans gesprek.' Wat voor vogel is het? Dit kan nooit een ordinair kipje zijn.' Het kipje krijgt de heren lekker aan de praat. Ze tonen lijsten met het menu van deze maand. Ik zie alleen al voor bij het dessert zes verschillende 'toetjes' staan. Zoek voor de lol eens op 'Opera gateau' en je ziet dat ik het hier niet heb over een vlaflip. De heren leggen uit dat de leerlingen het hele menu na een maand moeten kunnen koken. Ik kijk rond. Waar zijn hier de kookboeken? Pardon? De leerlingen koken het natuurlijk 'par coeur'. Nou kook ik ook met mijn hart, maar deze heren bedoelen natuurlijk 'uit het hoofd' .


Tap, tap, tap. We lopen richting het geluid. Nu we dichterbij komen is het meer 'donk donk donk'. Onze gids opent de deur van een kleine ruimte. Grote knullen houden met zijn tweeën een enorme paling in bedwang. Zo'n monster heb ik nog nooit gezien. Een stokbrood is er slank bij. Het gevaarte verzet zich heftig, maar de knullen hebben een missie. Ze wikkelen het beest in een soort anti-slipdoek en knallen samen de kop zo'n tien keer tegen de rand van het roestvrijstalen aanrecht. Geen idee of het beest dood is, maar daar krijgt hij zelf ook niet de tijd om zich dat af te vragen. Want hup, zijn kop ligt er al naast en verdwijnt in de poubelle. Zijn lijf kronkelt onverstoorbaar door, maar de koks in spé kennen geen pardon en trekken over de lengte een jaap in zijn vel en helpen het monster meteen uit zijn jasje. Zonder kop en nakend, kronkelt hij nog een tijdje na. Mijn gezelschap siddert. De knullen krijgen wat aanwijzingen van de meester en werpen zich dan weer op het volgende slachtoffer. Beng, beng, beng. De groep deelt zich resoluut in tweeën. Mijn Indiase klasgenoot, die nog nooit een stuk vlees heeft gegeten, spoedt zich naar de gang. Daar wordt ze bijgestaan door een lieve Vlaamse vegetariër en andere dames die alleen vlees eten in de vorm van hamburgers. Daarentegen staat mijn Spaanse klasgenoot er vol bewondering met haar neus bovenop en stelt honderd vragen. Lisa, mijn kleine Lepcha-klasgenoot, blijft foto's schieten als een oorlogsfotograaf aan het front. Ergens in het midden zweef ik, en geniet ervan te zien hoe de keuken zoveel bloot geeft over de roots van mijn klasgenoten.

maandag 7 januari 2013

Lekker weer naar school


'De vakanties duren hier te lang', is halverwege de tweede week van de kerstvakantie het commentaar van de donkere helft van de tweeling. 'Een weekje uitrusten is prima,maar daarna heb ik wel weer zin om te werken op school.'

De andere helft staat ook te popelen. Zijn motivatie is zijn nieuwe schooltas die hij nu eindelijk wel eens echt wil uitlaten. Voor de vakantie constateerden wij dat hun schoolrugzakken echt niet meer te tillen zijn. In Nederland vulden we hem alleen met twee bekers en een broodtrommel. En dat is hier ongeveer het enige wat ze niet in  hun rugzak hoeven te stoppen. Een poging tot het elimineren van alles wat overbodig was leverde niets op. Alles was noodzakelijk om dagelijks van en naar school te verplaatsen.

Tijdens de sportkeuring van de jongens aan het begin van het schooljaar, was ik verbaasd over de bewonderende kreten van onze huisarts .' Goh, deze buitenlandse kinderen hebben geen overgewicht en ze hebben van die mooie rechte ruggen. Hoe oud waren ze ook al weer? 8, bijna 9?' Ze laat haar vinger over de Franse groeicurve glijden en constateert dat de ene helft van de tweeling hier qua lengte in de leeftijdscategorie 10 jarigen valt en de andere helft is volgens de curve 12. Ze vergaapt zich nogmaals aan de ruggen van de jongens en verzucht dat we ze extra in de gaten moeten houden tijdens de groei. Nu snap ik waarom!


Sinds de nieuwe schooltassen met wieltjes zijn gearriveerd, sleept de blonde helft van de tweeling zijn exemplaar als een hondje door het huis. Alleen wanneer hij op de wc zit, laat hij hem even los, en staat hij netjes voor de deur geparkeerd tot hij klaar is. Daarna zijn ze weer onafscheidelijk.




De eerste schooldag in het nieuwe jaar is dus een makkie! De nieuwe schooltassen en hun zin om weer verder te leren zijn de troeven  Manlief wekt de jongens met een warm chocomelkje en vijf minuten later zitten de jongens gewassen en gestreken aan het ontbijt. Wanneer het alarm in mijn telefoon af gaat voor de bus, veren ze op en lopen vief naar de bushalte. De schooltassen die ze trots achter zich aanslepen ratelen de buren ook meteen lekker wakker.

Oud en nieuw?


Manlief en ik brengen juist voor het jaar wisselt een bezoekje aan de overburen. Zeer onFrans worden wij binnen gevraagd voor een kopje koffie. Ons gespreksonderwerp is natuurlijk de feestdagen. Hoe was de kerst en hoe wordt oudjaar.

Mijn buren zijn médecins (dat spreek je uit door het eerste gedeelte vooral in te slikken en het ´cin´ krachtig  uit te spugen). En mijn buurman meldt dat hij, zoals altijd, tijdens Sylvestre in het ziekenhuis is.  Ik zie hem meteen voor mij op de eerste hulp  afgeknalde handen aan het repareren. Maar opeens realiseer ik mij dat hij gynaecoloog is en het waarschijnlijker is dat hij de jaarwisseling doorbrengt naast het bed van een barende vrouw.

We vragen of er in Frankrijk ook altijd veel medisch personeel wordt opgetrommeld voor deze festiviteit. ´Jazeker,  er is veel te doen'. ´Vuurwerk?´ vragen we. ´Een enkele dronkaard en vooral huîtres´ antwoordt hij en hij maakt een handgebaar dat lijkt op het afsteken van een rotje type ´huisgemaakt´. In zijn pantomime gooit hij de huître alleen niet weg. We denken na. Opeens begint het ons te dagen. De halve supermarkt was vandaag volgestouwd met oesters:  huîtres. Wat de oliebol en het vuurwerk voor de Nederlander is, zijn de huîtres blijkbaar op oudjaar voor de Fransman. Met als gevolg  dat de ziekenhuizen hier dan, volgens mijn ervaringsdeskundige, volstromen met mensen die gewond raken bij het openen van de oesterschelp.

Huîtres met moordwapen

Oudejaarsavond zelf brengen we met wat familie gezellig etend en zonder oliebollen door. We zappen even rond op de Franse tv-kanalen op zoek naar een duidelijke klok of iets anders wat het jaarwisselingsmoment weergeeft. We vinden een aantal  zenders  met ouderwets circusvariété: hoedjes die kunstig worden doorgegeven, opgestapelde Chinese acrobaten en dames die de cancan dansen. De rest van de zenders lijkt oud en nieuw te negeren. Opeens realiseert mijn neefje zich dat er echt geen vuurwerk komt en ligt met afkickverschijnselen op de bank. Na een kwartiertje vermant hij zich en staat met zijn neefjes om 0:03 met wat sterretjes op de stoep.

Het is doodstil. Alle deuren van de buren blijven dicht. Ik vermoed zelfs dat ze al slapen. Rechts en links horen we in de verte een paar knalletjes. In beide richtingen weet ik Nederlanders te wonen. Wanneer de sterretjes zijn gedoofd, sluiten wij ook de deuren en doen de gordijnen dicht. We denken dat het wel even gaat duren tot we echt geloven dat 2013 is begonnen. 

zondag 6 januari 2013

De aanloop tot Noël



Het is grauw en nat. Maar gelukkig breekt de kerst aan en probeert men de somberte te verdrijven met kerstverlichting. Ik had verwacht dat Frankrijk vol zou staan met de klassieke kerstkleuren rood en goud, maar nee, het zijn blauw en wit. Op menig rotonde staan opeens wit gespoten kale boompjes met blauwe ledlampjes. Knipperen is en vogue.

De eerste tekenen dat de kerst in aantocht is, zijn de vele kerstmarkten. Er is er ook een in ons dorpje. Très sympa. Het bestaat uit wat kraampjes met artikelen die je niet wilt kopen, delicatessen en een tijdelijk cafeetje dat wordt gerund door de kinderen uit het dorp. Ze zamelen zo geld in voor het goede doel. Als we nog een beetje uitbuiken na de taart en de koffie trakteert het muziekschoolorkestje dat bestaat uit 3 dwarsfluiten, 2 violen, een slagwerker en twee plastieken cello’s ons op Franse kerstliedjes. Tijdens de toegift neemt Père Noël en plaats in zijn houten skihut. We worden beschaafd onder de voet gelopen door kinderen die hem graag hun wensen willen kenbaar maken. Wij hoeven niks van hem, dus tijd voor de aftocht.

Ook het bos doet aan kerst. Ik rij met onze drie kibbelende kinderen over de rotonde en zie in mijn rechter ooghoek een witte tent met feestverlichting opgebouwd. De tent is te klein voor een schaatsbaantje. Er staat een bord naast en in een flits lees ik: de Noormannen zijn gearriveerd uit Denemarken. Heel spannend, lijkt mij. Maar wanneer ik terug rij nadat ik mijn vrolijke vrachtje heb afgeleverd op school, zie ik dat er ‘Nordman’ staat. De meest populaire kerstboom ooit.

Tijdens de Franse les worden we duidelijk geïnstrueerd over alle mensen die nu bij ons langs de deur komen. Niet zoals in Nederland de krantenjongens maar de vuilnismannen, de postbode en de brandweer. Je moet wel even vragen naar hun identiteitsbewijs en kijken of de kalender die ze je geven wel echt is. Ook de tv geeft je nog een college over hoe de echte brandweer, vuilnisman en postbode te herkennen. Onze eigen vuilnismannen  stoppen half november een blaadje door de brievenbus met hun foto’s erop. We hangen het bij de deur om ze te herkennen, want ze hebben wel wat extra’s verdiend na onze verhuizing en de vele kartonnen dozen die ze zonder mopperen hebben verwijderd.

Er komen een boel kalenders langs de deur. Onze wc hangt nu vol met kalenders van de padvinders van de Notre Dame, van de vuilnismannen en van de Chinees. Ik heb met mijn ´sorry, ik spreek geen Frans´ wel  de kalenders van  zielige hondjes, sneue senioren en andere noodlijdenden kunnen afhouden.

Parijs is in de kerstperiode natuurlijk een plaatje. We beginnen met de lichtjes op de Champs Elysées en de etalages van de grote warenhuizen. De kerstmarkt is heel gezellig en feeëriek. Veel eten en snuisterijen. De kinderen lukt het niet iets leuks uit te zoeken voor de kerstboom. Als alternatief maken ze een ritje in de draaimolen en eten een grote roze suikerspin.

De bedelende Roma-vrouwen hebben een nog nederiger positie aangenomen en liggen plat op de grond met een kartonnen koffiebeker voor zich. Je moet goed oppassen in de schemer niet over ze te struikelen. Begint het te miezeren, dan pakken ze een stukje karton en spreiden zich daar weer over uit. Wanneer het echt regent, komt er  zo´n praktisch opvouwbaar geel regencapeje te voorschijn. Door de wind hoor je nu in ieder geval waar ze er liggen. De bruine helft van de tweeling heeft ze ook in zich opgenomen. Hij filosofeert aan mijn arm dat hij graag wat wil doneren in het bakje van de man zonder armen en benen. Maar de dames mèt armen en benen hadden toch wel iets anders kunnen verzinnen om geld te verdienen, vond hij. Altijd lastig om hierop te antwoorden.

De laatst twee weken voor de kerst hou ik mijn agenda strak bij want er moet een hoop.  Elke activiteit, club of klas waar we iets mee hebben organiseert wel iets.  Van een kerstknutsel, -koffie, - borrel, -goûter, -pakjesmoment tot een boum (disco).

Natuurlijk lopen de supermarkten en de delicatessenwinkels ook over van goddelijk eten. Foie gras is populair. Bij de Patissiers verschijnen opeens monstrueuze balkjes. Wanneer ik in de keurige rij wacht op mijn beurt heb ik even de tijd om de decoratie erop te analyseren. Ik zie  kitsche beertjes in kerstmannenpak en dennenbomen, maar de rest begrijp ik niet. Dankzij de kerstkruiswoordpuzzel van mijn Franse juf ontdek ik dat het hier gaat om een boomstam. Zo’n opgerolde platte cake met crème vulling uit de jaren 50. 



Hier hebben ze de boomstam ´la bûche de Noël’ in hun hart gesloten en neemt hij nog jaarlijks deel aan de kerst. Ik herken hierna ook eindelijk de decoraties: zagen en bijlen. Mijn juf meldde dat dat was omdat de boomstam staat voor de warmte van het haardvuur. Warmte waarvan je hoopt dat iedereen het met de kerst mag ontvangen.  Of het waar is, weet ik niet, maar ik heb ´la bûche´ sindsdien volledig omarmd.