zondag 16 december 2012

Le foot (et les mains)



Het is zaterdagochtend veel te vroeg. Manlief wekt ons met koffie en warme chocolademelk. De blonde helft van de tweeling moppert: ‘Het is zaterdag’.’Je hebt voetbal’ is de repliek van zijn vader. Meteen veert het mannetje op en slobbert zijn drankje naar binnen. Een paar minuten later stommelen er twee jongens in sporttenue de trap af. Ze zijn er klaar voor.

Om 8.20 staan we bij onze stade. Samen met de coaches en een Japans-Frans jongetje zijn we Hollands op tijd. Het is donker, nat en waterkoud. Langzaam maar zeker arriveert de rest van het team en kan het handenschudritueel beginnen. Alle jongetjes geven eerst de coaches een hand, daarna de andere volwassenen. De twee jarige voetballers worden door de coaches geknuffeld en gezoend.

Hier hebben volwassenen en kinderen nog geen antiaanraaksyndroom opgelopen. Fysiek groeten is hier gewoon traditie. Eentje waarvan je snel door hebt dat je je die moet eigen maken omwille van de integratie. ’s Ochtend knuffelen de kleinste kinderen hun vaste buschauffeur. De balletjuf geeft alle kinderen bij binnenkomst twee kussen (zo Parisienne!) op de wangen. Bij de voetbal geef je iedereen een hand als je komt en gaat. Ik vermoed dat ik daar over een paar weken ook nog zal worden gezoend. Op dat moment hoor je tot het meubilair.

De coach deelt een compliment uit aan de tweeling. Complimenten in sport en op school zijn hier niet vanzelfsprekend. Zo komen kinderen rustig met een 19 van 20 thuis met de aantekening: ‘Beter leren, kijk dit of dat nog even na’. In tegenstelling tot wat menigeen mij heeft voorspeld, doet het team veel moeite om de jongens zich thuis te laten voelen. Dit compliment is hier weer een voorbeeld van. We zijn blij dat we het in ieder geval hebben geprobeerd. Zo zie je maar.

De opkomst is groot vandaag en dus rijden we in een lange stoet naar een dorp verderop. De bordjes wijzen ons de weg naar de stade. Tussen de heuvels ligt een prachtig kunstgrasveld.  Aan kantines doen de Fransen niet. Er zijn alleen koude kleedkamers. Ouders wachten bij weer en wind buiten. Ik verlang hevig naar een bakkie koffie en durf niet eens te denken aan een warm broodje bal bij de Franse equivalent van ome Cor. 

De tegenpartij is heel Frans op tijd en laten zich de komende 20 minuten nog niet zien. Ons team wacht heel bedaard af.  Het is opzienbarend hoe rustig Franse kinderen zich in het openbaar gedragen. Ze keutelen een beetje rond. Niemand rent of schreeuwt. En bovenal: niemand moppert. (Behalve dan mijn zonen natuurlijk, die elke 3 minuten zacht murmelend vragen wanneer het nu eindelijk gaat beginnen.)

De coach van de tegenpartij arriveert nadat er zich een ijspegel aan mijn neus heeft ontwikkeld. Voordat hij de kleedkamerdeur opent, krijgt iedereen (!) eerst nog even een hand. Ons dorpje wordt afgedroogd en verliest met 0-9. Er valt geen onvertogen woord. Alleen de coach schreeuwt zo nu en dan een aanwijzing. Na het fluitsignaal schudden alle kinderen en coaches elkaar de hand en verdwijnen naar de kleedkamer. Voordat de deur sluit hoor ik nog net de yell: chika, chika chika..... joh, joh, joh! En dat drie keer. Even ´ontladen´ en dan weer rustig omkleden.

Sv Ons Dorp loopt naar de kleedkamers

Ik sta inmiddels al zo’n 3 uur buiten. Mijn tenen zijn gevoelloos geworden. De coach komt alle ouders een hand geven. Wanneer de tweeling klaar is, kunnen we vertrekken....  nadat ze alle handen hebben geschud.
Bij de eerste beste boulangerie stoppen we en gaan ons te buiten aan lekkers. Het vers gebakken stokbrood is nog warm en stop ik onder mijn jas. Ik kom weer een beetje bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten