maandag 7 januari 2013

Lekker weer naar school


'De vakanties duren hier te lang', is halverwege de tweede week van de kerstvakantie het commentaar van de donkere helft van de tweeling. 'Een weekje uitrusten is prima,maar daarna heb ik wel weer zin om te werken op school.'

De andere helft staat ook te popelen. Zijn motivatie is zijn nieuwe schooltas die hij nu eindelijk wel eens echt wil uitlaten. Voor de vakantie constateerden wij dat hun schoolrugzakken echt niet meer te tillen zijn. In Nederland vulden we hem alleen met twee bekers en een broodtrommel. En dat is hier ongeveer het enige wat ze niet in  hun rugzak hoeven te stoppen. Een poging tot het elimineren van alles wat overbodig was leverde niets op. Alles was noodzakelijk om dagelijks van en naar school te verplaatsen.

Tijdens de sportkeuring van de jongens aan het begin van het schooljaar, was ik verbaasd over de bewonderende kreten van onze huisarts .' Goh, deze buitenlandse kinderen hebben geen overgewicht en ze hebben van die mooie rechte ruggen. Hoe oud waren ze ook al weer? 8, bijna 9?' Ze laat haar vinger over de Franse groeicurve glijden en constateert dat de ene helft van de tweeling hier qua lengte in de leeftijdscategorie 10 jarigen valt en de andere helft is volgens de curve 12. Ze vergaapt zich nogmaals aan de ruggen van de jongens en verzucht dat we ze extra in de gaten moeten houden tijdens de groei. Nu snap ik waarom!


Sinds de nieuwe schooltassen met wieltjes zijn gearriveerd, sleept de blonde helft van de tweeling zijn exemplaar als een hondje door het huis. Alleen wanneer hij op de wc zit, laat hij hem even los, en staat hij netjes voor de deur geparkeerd tot hij klaar is. Daarna zijn ze weer onafscheidelijk.




De eerste schooldag in het nieuwe jaar is dus een makkie! De nieuwe schooltassen en hun zin om weer verder te leren zijn de troeven  Manlief wekt de jongens met een warm chocomelkje en vijf minuten later zitten de jongens gewassen en gestreken aan het ontbijt. Wanneer het alarm in mijn telefoon af gaat voor de bus, veren ze op en lopen vief naar de bushalte. De schooltassen die ze trots achter zich aanslepen ratelen de buren ook meteen lekker wakker.

Oud en nieuw?


Manlief en ik brengen juist voor het jaar wisselt een bezoekje aan de overburen. Zeer onFrans worden wij binnen gevraagd voor een kopje koffie. Ons gespreksonderwerp is natuurlijk de feestdagen. Hoe was de kerst en hoe wordt oudjaar.

Mijn buren zijn médecins (dat spreek je uit door het eerste gedeelte vooral in te slikken en het ´cin´ krachtig  uit te spugen). En mijn buurman meldt dat hij, zoals altijd, tijdens Sylvestre in het ziekenhuis is.  Ik zie hem meteen voor mij op de eerste hulp  afgeknalde handen aan het repareren. Maar opeens realiseer ik mij dat hij gynaecoloog is en het waarschijnlijker is dat hij de jaarwisseling doorbrengt naast het bed van een barende vrouw.

We vragen of er in Frankrijk ook altijd veel medisch personeel wordt opgetrommeld voor deze festiviteit. ´Jazeker,  er is veel te doen'. ´Vuurwerk?´ vragen we. ´Een enkele dronkaard en vooral huîtres´ antwoordt hij en hij maakt een handgebaar dat lijkt op het afsteken van een rotje type ´huisgemaakt´. In zijn pantomime gooit hij de huître alleen niet weg. We denken na. Opeens begint het ons te dagen. De halve supermarkt was vandaag volgestouwd met oesters:  huîtres. Wat de oliebol en het vuurwerk voor de Nederlander is, zijn de huîtres blijkbaar op oudjaar voor de Fransman. Met als gevolg  dat de ziekenhuizen hier dan, volgens mijn ervaringsdeskundige, volstromen met mensen die gewond raken bij het openen van de oesterschelp.

Huîtres met moordwapen

Oudejaarsavond zelf brengen we met wat familie gezellig etend en zonder oliebollen door. We zappen even rond op de Franse tv-kanalen op zoek naar een duidelijke klok of iets anders wat het jaarwisselingsmoment weergeeft. We vinden een aantal  zenders  met ouderwets circusvariété: hoedjes die kunstig worden doorgegeven, opgestapelde Chinese acrobaten en dames die de cancan dansen. De rest van de zenders lijkt oud en nieuw te negeren. Opeens realiseert mijn neefje zich dat er echt geen vuurwerk komt en ligt met afkickverschijnselen op de bank. Na een kwartiertje vermant hij zich en staat met zijn neefjes om 0:03 met wat sterretjes op de stoep.

Het is doodstil. Alle deuren van de buren blijven dicht. Ik vermoed zelfs dat ze al slapen. Rechts en links horen we in de verte een paar knalletjes. In beide richtingen weet ik Nederlanders te wonen. Wanneer de sterretjes zijn gedoofd, sluiten wij ook de deuren en doen de gordijnen dicht. We denken dat het wel even gaat duren tot we echt geloven dat 2013 is begonnen. 

zondag 6 januari 2013

De aanloop tot Noël



Het is grauw en nat. Maar gelukkig breekt de kerst aan en probeert men de somberte te verdrijven met kerstverlichting. Ik had verwacht dat Frankrijk vol zou staan met de klassieke kerstkleuren rood en goud, maar nee, het zijn blauw en wit. Op menig rotonde staan opeens wit gespoten kale boompjes met blauwe ledlampjes. Knipperen is en vogue.

De eerste tekenen dat de kerst in aantocht is, zijn de vele kerstmarkten. Er is er ook een in ons dorpje. Très sympa. Het bestaat uit wat kraampjes met artikelen die je niet wilt kopen, delicatessen en een tijdelijk cafeetje dat wordt gerund door de kinderen uit het dorp. Ze zamelen zo geld in voor het goede doel. Als we nog een beetje uitbuiken na de taart en de koffie trakteert het muziekschoolorkestje dat bestaat uit 3 dwarsfluiten, 2 violen, een slagwerker en twee plastieken cello’s ons op Franse kerstliedjes. Tijdens de toegift neemt Père Noël en plaats in zijn houten skihut. We worden beschaafd onder de voet gelopen door kinderen die hem graag hun wensen willen kenbaar maken. Wij hoeven niks van hem, dus tijd voor de aftocht.

Ook het bos doet aan kerst. Ik rij met onze drie kibbelende kinderen over de rotonde en zie in mijn rechter ooghoek een witte tent met feestverlichting opgebouwd. De tent is te klein voor een schaatsbaantje. Er staat een bord naast en in een flits lees ik: de Noormannen zijn gearriveerd uit Denemarken. Heel spannend, lijkt mij. Maar wanneer ik terug rij nadat ik mijn vrolijke vrachtje heb afgeleverd op school, zie ik dat er ‘Nordman’ staat. De meest populaire kerstboom ooit.

Tijdens de Franse les worden we duidelijk geïnstrueerd over alle mensen die nu bij ons langs de deur komen. Niet zoals in Nederland de krantenjongens maar de vuilnismannen, de postbode en de brandweer. Je moet wel even vragen naar hun identiteitsbewijs en kijken of de kalender die ze je geven wel echt is. Ook de tv geeft je nog een college over hoe de echte brandweer, vuilnisman en postbode te herkennen. Onze eigen vuilnismannen  stoppen half november een blaadje door de brievenbus met hun foto’s erop. We hangen het bij de deur om ze te herkennen, want ze hebben wel wat extra’s verdiend na onze verhuizing en de vele kartonnen dozen die ze zonder mopperen hebben verwijderd.

Er komen een boel kalenders langs de deur. Onze wc hangt nu vol met kalenders van de padvinders van de Notre Dame, van de vuilnismannen en van de Chinees. Ik heb met mijn ´sorry, ik spreek geen Frans´ wel  de kalenders van  zielige hondjes, sneue senioren en andere noodlijdenden kunnen afhouden.

Parijs is in de kerstperiode natuurlijk een plaatje. We beginnen met de lichtjes op de Champs Elysées en de etalages van de grote warenhuizen. De kerstmarkt is heel gezellig en feeëriek. Veel eten en snuisterijen. De kinderen lukt het niet iets leuks uit te zoeken voor de kerstboom. Als alternatief maken ze een ritje in de draaimolen en eten een grote roze suikerspin.

De bedelende Roma-vrouwen hebben een nog nederiger positie aangenomen en liggen plat op de grond met een kartonnen koffiebeker voor zich. Je moet goed oppassen in de schemer niet over ze te struikelen. Begint het te miezeren, dan pakken ze een stukje karton en spreiden zich daar weer over uit. Wanneer het echt regent, komt er  zo´n praktisch opvouwbaar geel regencapeje te voorschijn. Door de wind hoor je nu in ieder geval waar ze er liggen. De bruine helft van de tweeling heeft ze ook in zich opgenomen. Hij filosofeert aan mijn arm dat hij graag wat wil doneren in het bakje van de man zonder armen en benen. Maar de dames mèt armen en benen hadden toch wel iets anders kunnen verzinnen om geld te verdienen, vond hij. Altijd lastig om hierop te antwoorden.

De laatst twee weken voor de kerst hou ik mijn agenda strak bij want er moet een hoop.  Elke activiteit, club of klas waar we iets mee hebben organiseert wel iets.  Van een kerstknutsel, -koffie, - borrel, -goûter, -pakjesmoment tot een boum (disco).

Natuurlijk lopen de supermarkten en de delicatessenwinkels ook over van goddelijk eten. Foie gras is populair. Bij de Patissiers verschijnen opeens monstrueuze balkjes. Wanneer ik in de keurige rij wacht op mijn beurt heb ik even de tijd om de decoratie erop te analyseren. Ik zie  kitsche beertjes in kerstmannenpak en dennenbomen, maar de rest begrijp ik niet. Dankzij de kerstkruiswoordpuzzel van mijn Franse juf ontdek ik dat het hier gaat om een boomstam. Zo’n opgerolde platte cake met crème vulling uit de jaren 50. 



Hier hebben ze de boomstam ´la bûche de Noël’ in hun hart gesloten en neemt hij nog jaarlijks deel aan de kerst. Ik herken hierna ook eindelijk de decoraties: zagen en bijlen. Mijn juf meldde dat dat was omdat de boomstam staat voor de warmte van het haardvuur. Warmte waarvan je hoopt dat iedereen het met de kerst mag ontvangen.  Of het waar is, weet ik niet, maar ik heb ´la bûche´ sindsdien volledig omarmd.